Innovatieve gevelconcepten

De wereld om ons heen verandert in razend tempo. De van oudsher traditioneel denkende bouwsector zal mee moeten gaan in de flow om gebouwen en gevels flexibel en toekomstbestendig te maken. Met name de laatste jaren zijn er vele innovatieve gevelconcepten gelanceerd, waarbij er tevens vele nieuwe materialen beschikbaar zijn gekomen die twintig jaar geleden niet eens bestonden. De deelnemers aan deze Ronde Tafel Sessie zijn er het levende bewijs van. Ze vertegenwoordigen bedrijven met een zeer sterk innovatief karakter. We gaan met ze in gesprek over de laatste trends en innovaties in gevelbekleding.

De moderne gevel wordt tegenwoordig al lang niet meer uitgevoerd in traditionele baksteen, begint Bert Geerts. “De gevel is een ontzettend actueel en belangrijk onderwerp en wordt steeds meer als afzonderlijke discipline gezien binnen een project. Daarbij zullen betrokken partijen nadrukkelijk de samenwerking moeten aangaan om een optimale kwaliteit te kunnen garanderen.” Tim Merks vult aan: “De gevel leent zich tevens als ‘medium’ om een unieke uitstraling te bewerkstelligen, passend bij de identiteit van het bedrijf achter die gevel. De Rabobank doet dat bijvoorbeeld al heel wat jaren; in de gevelopbouw wordt bewust rekening gehouden met de kleuren van het logo. Zij waren hun tijd ver vooruit. Bij het nieuwe Stadskantoor Utrecht is dat recent ook gebeurd. Dat is een trend die zich steeds verder zal ontwikkelen.” Odette Contant: “De Rabobank identificeert zich niet alleen met de kleuren van het logo in de gevel, maar ook op het gebied van duurzaamheid. Ze investeren al sinds jaar en dag in gevels met de hoogste eisen qua duurzaamheid en als het even kan volgens de cradle to cradle filosofie. Ook dat is een belangrijke trend in de gevelbouw.”

VLMedia-22

Complexiteit in detaillering
Er zijn zeer veel gebouwen in ons land die wel een nieuw jasje kunnen gebruiken, maar waarbij de gevel, veelal uit baksteen, vaak een belemmerende factor is, zegt Stephan Rogge. “Intussen zijn er heel veel nieuwe materialen beschikbaar die er inderdaad twintig jaar geleden niet waren. De complexiteit zit hem in de detaillering tussen de verschillende materialen in de gevel. Zoals Bert ook al aangeeft, is er behoefte om meer de samenwerking aan te gaan, omdat de verschillende (nieuwe) materialen ook typische eigenschappen bezitten. En juist op dat punt moet ik vaststellen dat er helaas regelmatig fouten worden gemaakt.” Rob van Keijsteren: “Mede daardoor zie ik een belangrijke trend naar het ‘denken in systemen’, waarbij principedetails en een vooraf bepaalde systeemopbouw steeds terug komen. Door de Wet Kwaliteitsborging die eraan komt, verwacht ik dat de aannemer steeds meer zal kiezen voor (bewezen) systemen. De gevel wordt steeds complexer, er worden steeds meer eisen aan de gevel gesteld. Veel architecten missen die kennis, mede door de vele recente ontwikkelingen.” Als de Wet Kwaliteitsborging tot gevolg heeft dat men terugvalt op bewezen systemen, is er een nobele taak weggelegd voor iedereen hier aan tafel om de beslissers te informeren over de mogelijkheden en onmogelijkheden die er zijn met nieuwe materialen en concepten, zegt Mario van Leeuwen terecht.

Ruimte voor nieuwe ontwikkelingen
Mario van Leeuwen vervolgt: “Als het gaat om de ontwikkeling van nieuwe (gevel)producten is Nederland koploper in Europa. Dat is te danken aan de Bouwwetgeving die nooit een blokkade is geweest om nieuwe ideeën te verwezenlijken. Dat betekent wel dat we ervoor moeten zorgen dat nieuwe producten ook daadwerkelijk opgepakt zullen worden. Hier laat de branche zelf het een beetje liggen, is mijn mening. Het is stapelen van stenen wordt gewoon te duur. Dat is een feit. Geventileerde gevelsystemen zijn daardoor met name in de utiliteitsbouw min of meer gemeengoed geworden. De architect wil echter steeds opnieuw zijn stempel drukken op een gebouw. De gevel is daar bij uitstek geschikt voor. Er is dus wel degelijk ruimte voor nieuwe ontwikkelingen, maar we zullen die architect zelf op de hoogte moeten brengen.” Ook Werner Hulstaert kan dat beamen: “Het is onmogelijk dat de architect geïnformeerd is over alle laatste nieuwe ontwikkelingen. Zeker niet als ontwikkelaars zelf nog maar pas iets ontdekt hebben. Van een architect mag je wel verwachten dat het ontwerp op een structurele en eenduidige wijze wordt vormgegeven en dat het ontwerp ook wordt bewaakt. Wij als partners hier aan tafel moeten respect tonen voor een ontwerp en meedenken om het technisch te kunnen invullen. De rol van de architect is niet zozeer technisch toegespitst, maar eerder esthetisch, vormtechnisch. Daarnaast zal je met een aantal specialisten de technische invulling moeten doen, die bij voorkeur zoveel mogelijk naar prefab neigt.”

VLMedia-14

Bestekteksten
Remco Baartmans merkt dat nieuwe ontwikkelingen voor architecten helemaal geen belemmering hoeft te zijn. “Ze moedigen het juist aan en willen graag meer te weten komen over de nieuwste producten die tijdens hun studie mogelijk niet eens beschikbaar waren. Ik merk dat ze dan beginnen met het opvragen van bestekteksten. Een architect wil steeds meer structuur of nieuwe kleuren aan de gevel. In ons geval hebben kleuren vaak te maken met het basismateriaal dat gebruikt wordt. We zien dat architecten ook die toenadering zoeken.” Werner Hulstaert: “Als bestekteksten één op één worden overgenomen in een aanbestedingsdossier, is dat volgens mij eerder een gesel dan een zegen. Eventuele ruimte voor alternatieven is dan immers niet meer aan de orde.” Remco Baartmans antwoordt: “Een bestektekst kun je zo schrijven dat je geen merknamen noemt. Bovendien, een foutieve bestektekst levert nog veel meer problemen op.” Stephan Rogge: “Ik ervaar het daarom als een taak om de architect niet enkel over kleuren te informeren, maar ook over technische aspecten te vertellen. Het gaat over de totaliteit van de opbouw, zeker bij nieuwe concepten, om zodoende de kwaliteit en het eindresultaat te waarborgen.”

Zonwering tussen glas
Er is een grote tendens richting transparante gebouwen, dat logischerwijs gepaard gaat met grote glaspartijen in gevels. “En daar zijn specifieke toepassingen voor nodig. Koellast, daglichttoetreding en zonwering zijn dan enkele kreten die steeds belangrijker worden,” zegt Odette Contant. Albert Contant vult aan: “Wij spelen in op deze trend met een zonwering tussen het glas, om zodoende tegemoet te komen aan de eisen waar een gevel aan moet voldoen. In de zomer wordt de inval van zonnestralen geblokkeerd, terwijl je in de winter kunt profiteren van de zonnewarmte. Ons systeem maakt van een statische gevel een dynamische gevel en kan geïntegreerd worden in isolatieglas, maar ook in triple glas. Zo kunnen we in triple glas naar U-waardes gaan van 0.6. Overigens zijn de G-waardes (zonnetoetredingsfactor) nog veel belangrijker. In opgetrokken toestand blijft volledig doorzicht behouden, maar met de lamellen naar beneden kunnen we G-waardes realiseren van 8 tot 9%. Dat is redelijk uniek voor zonweringsystemen tussen glas.” Odette Contant: “Een zonwering tussen glas is aan de ene kant een oplossing op locaties waar buitenzonwering geen optie is, zoals aan het strand, waarbij de levensduur als gevolg van wind- en zoutbelasting aanzienlijk beperkt is voor een buitenzonwering. Anderzijds belemmert deze zonwering niet het beoogde gevelbeeld van de architect. Het systeem laat zich bedienen via een magnetische overbrenging of volledig gemotoriseerd voor grotere gevels, al dan niet gekoppeld aan een gebouwbeheersysteem.”

VLMedia-21

Dynamische content
Over dynamische gevels gesproken, ook voor reclame-uitingen op of in de gevel bestaat tegenwoordig een moderne invulling. Tim Merks ziet een duidelijke trend naar LED schermen die meer en meer geïntegreerd worden in gevels. “Deze nieuwe technieken laten het toe om gebouwgebruikers zich nog beter te kunnen presenteren naar de buitenwereld, zonder de architectonisch kwaliteit van een gevel tekort te doen. Bovendien, als het gebouw van gebruiker wisselt, is het een kwestie van de boodschap in de computer te veranderen en de gevel oogt weer als nieuw. Een LED scherm bevindt zich veelal achter het glas en behoort daarmee toe aan het gebouw. Vanaf de buitenkant is zicht op een ontzettend mooi geprojecteerde wand. Het is in de wetgeving een grijs gebied als het gaat om LED reclame-uitingen in een gevel. Doorzicht van binnen naar buiten is overigens bij de nieuwste schermen geen issue; je kijkt er dwars doorheen. De LED modules zijn slechts een halve millimeter groot. Er zijn natuurlijk wel wat puntjes van aandacht bij toepassing van een LED scherm in de gevel,” stelt Tim Merks terecht. “De gevelbelasting is daarbij vaak een groter punt van aandacht dan de waterdichting. De belasting laten we berekenen door een ingenieursbureau. Wij voeren de werkzaamheden vervolgens uit. Minder dynamisch, maar nog wel altijd een belangrijk deel van onze werkzaamheden is het plakken van gevelfolies ten behoeve van reclame-uitingen, maar ook om zonwerende redenen. Vooral bij dat laatste is het belangrijk dat het bestaande glas in ogenschouw wordt genomen. Nog te vaak merken we dat het niet gebeurt en dat het glas scheurt als gevolg van de warmteontwikkeling op de eerste glaslaag. Een goede afstemming tussen producent, applicateur, architect en gebouweigenaar is een must.”

Regenjas
Ook Bert Geerts is een foliedeskundige, maar hij focust zich vooral op de eisen die gesteld worden aan de gevel. “Moderne gevels in metaal, hout, glas of composiet bevatten steeds meer opengewerkte structuren. Alle kwalificaties met betrekking tot waterdichting, damp-openheid, UV stabiliteit en in sommige gevallen ook brandwerendheid van deze gevels, moeten dus uit de achterliggende constructie komen. Wij leveren folies voor de open gevelstructuur die als regenjas fungeert voor het gebouw en geschikt zijn voor een openheid in een gevel tot 50 millimeter of 50 procent. Onze folies zijn opgebouwd uit een polyester en / of glasvlies voorzien van een polyacrylaat coating, waaraan een UV-stabilisator wordt toegevoegd. Die polyacrylaat coating brengt veel flexibiliteit in het materiaal, zodat de folie makkelijk in hoeken en in raam sparingen (negge) is aan te brengen, dat wil zeggen met RVS nieten, of plakken met ons lijmsysteem. Het gebeurt steeds meer dat een folie ook een wezenlijke bijdrage levert aan de uitstraling van een gebouw. Zeker bij opengewerkte, veelal strekmetalen, houten en glazen gevels zien we een toenemende vraag naar een folie in een bepaalde RAL kleur. Door de gevel ‘s avonds aan te lichten, geeft dat een prachtig resultaat. Omdat wij slechts een onderdeel vormen van het totale geheel, praten we graag met partijen die zowel voor als achter de folie hun product leveren; de gevelbouwer en de houtskeletbouwer. Het is zaak om samen de garanties en kwaliteit te borgen. Wanneer gewenst schuiven wij ook een geschikte applicateur naar voren voor een bepaald project. De kwaliteit van de uitvoering is hierdoor nog beter geborgd. De markt vraagt dus steeds meer om samenwerking tussen partijen, op alle fronten,” benadrukt Bert Geerts nogmaals.

VLMedia-3

Gevelbekleding in hout
Als het gaat om een gevelbekleding in hout, wordt al snel de link gelegd naar een traditionele geschaafde plank, meent Stephan Rogge. “Die fase hebben wij achter ons gelaten. We zijn geen concurrent van de traditionele houthandel, maar leveren complete systemen; combinaties van hout met aluminium, al dan niet voorzien van een poederlak of in de toekomst mogelijk geanodiseerd. We zien een stijgende belangstelling in verticale gevelbekleding en zijn daarbij afgeweken van het traditionele standaard profiel. De architect kan bij bepaalde van onze gevelconcepten zelf het gevelbeeld bepalen en heeft keuze uit oneindig veel mogelijkheden door te variëren in diktes en breedtes. In een andere systeemoplossing zijn de ventilatieopeningen al voorzien, zodat we tevens de nodige garanties kunnen bieden. We maken veelal gebruik van thermo gemodificeerd hout in vuren / grenen / Afrikaans Ayous, Western Red Cedar, Afrikaans padoek, Siberische lariks, waarbij de natuurlijke uitstraling behouden blijft. In het kader van duurzaamheid gebruiken we bij Western Red Cedar grotendeels korte lengtes die we door vingerlassen opnieuw op lange lengtes brengen. Dat komt bovendien ook de prijs ten goede. Tevens zijn we FSC® en PEFC® Certified.”

Lijmen
Natuursteen, keramiek, glas, metalen, kunststoffen, hout,… alles is te verlijmen, stelt Mario van Leeuwen. “Wij draaien nu al dertig jaar mee in de branche en proberen met onze producten voorop te lopen. We werken samen met gevelbouwers en met name met plaatfabrikanten en fabrikanten van andere gevelmaterialen. Die groep wordt overigens steeds groter. Dertig jaar geleden hadden we alleen Trespa als klant, nu zijn het er honderden. Verlijmen op zich lijkt heel erg innovatief, maar dat zit alleen maar tussen de oren. Inmiddels beschikken we over enorm veel testen – ordermappen vol – om aan te tonen dat het verlijmen van gevelelementen een prima alternatief is voor een mechanische bevestiging. Vliegtuigen, auto’s, alles wordt tegenwoordig verlijmd. Voorwaarde is wel dat de applicateur weet wat hij doet. Groot voordeel van lijmen is dat de bevestiging ‘onzichtbaar’ is, een optimale spanningsverdeling is gegarandeerd met als gevolg dat je dunnere materialen kunt toepassen die niet vervormen als gevolg van allerlei spanningen. Men kan dus sneller én dunner werken. Uit recent onderzoek blijkt dat als je gevelplaten verlijmt in plaats van mechanisch bevestigt, er een besparing is te behalen van ongeveer 30%. Een van de laatste ontwikkelingen is dat we een samenwerking zijn aangegaan met een Frans bedrijf die zonnepanelen op maat maakt en we verlijmen op een aluminium achterconstructie.”

VLMedia-20

Anodiseren
Wij liften mee op twee trends in de gevelbouw, zegt Remco Baartmans. “Ten eerste duurzaamheid en ten tweede truth to materials. Als een architect hout toepast, wil hij hout zien. Als hij aluminium toepast, wil hij aluminium zien en geen verflaag. Die twee trends spelen anodiseren in de kaart. We krijgen echter wel de vraag naar nieuwe kleuren, anders dan de standaard anodisatiekleuren zilver, goud en brons. De nieuwe kleuren die wij hebben ontwikkeld komen voort uit vragen van architecten. Groen is bijvoorbeeld een kleur die tot voor kort toe alleen gemaakt kon worden met pigmentimpregnatie in aluminium. UV laat pigment echter uit elkaar vallen. Wij hebben kleuren ontwikkeld zonder pigment, puur gebaseerd op metaaldeeltjes. Ook de kleur groen kunnen we op die manier maken. Daar kunnen we probleemloos twintig of veertig jaar garantie op geven. Sterker nog, we hebben al bewezen dat zo’n kleur gewoon tachtig jaar meegaat, zo niet nog langer. Ook spelen we in op de vraag naar geborsteld aluminium met een structuur of patronen. Een architect kan in een vectorbestand willekeurige patronen aanleveren die we vervolgens op de gevelpanelen aanbrengen. Dat product heeft bij ons de naam Panelox. Ook merken we een toenemende vraag naar glans. In Noordwest Europa moest tot voor kort alles mat geanodiseerd worden, dus niet teveel bling bling. Nu zien we juist een stijgende vraag naar een glanzend oppervlak; het benadrukt de metaaluitstraling van de gevel des te meer, ook weer als antwoord op truth to materials.”

Isolatiesysteem
Rob van Keijsteren: “Nu de isolatiewaardes steeds hoger en belangrijker worden, merken wij dat architecten daar steeds meer interesse in hebben, ondanks het feit dat isolatie uiteindelijk aan het zicht wordt onttrokken. Dat moet ook wel, want in 2021 moet nieuwbouw zeer energiezuinig worden opgeleverd. Nu ligt de eis voor de Rc-waarde van de gevel op 4,5 m2K/W, maar straks moet de gevel aan veel hogere eisen voldoen. Als in 2021 de BENG van toepassing is volgens de voorgenomen eisen, is een Rc-waarde van 6,0 voor een tussenwoning de ondergrens, maar voor een eindwoning zal de Rc-waarde van de gevel dan op 8,0 of zelfs 9,0 uitkomen. Dat geldt ook voor het dak en in mindere mate voor de vloer. Het wordt dus nog spannend,” lacht Rob van Keijsteren. “Ook voor utiliteitsbouw wordt straks waarschijnlijk een Rc-waarde van 6,0 of 7,0 geëist in de gevel. Dat betekent bijna een verdubbeling van waar we nu mee rekenen. De impact van een draagstructuur op de isolatiewaarde kan enorm zijn. Reken op een reductie tot maar liefst 70% op de Rd-waarde van het isolatiemateriaal. Met de huidige traditionele draagstructuren moet je straks isolatiepakketten toepassen tot een halve meter dik om aan de eisen te kunnen voldoen. Dat is niet realistisch.”

Als isolatiefabrikant zijn we voortdurend op zoek naar innovatieve systemen waar met name de verwerker en aannemer heel gelukkig van worden, vervolgt Van Keijsteren. “Denk aan montagegemak en zoveel mogelijk integreren van functies. De verwerker bepaalt in belangrijke mate de kwaliteit van een gevel maar is hierbij ook afhankelijk van het gekozen systeem. We proberen met onze oplossingen het voor de verwerker zo eenvoudig mogelijk te maken om een hoge kwaliteit te realiseren.”

VLMedia-17

Glasvezelversterkt polyester
Werner Hulstaert somt enkele evoluties op in de bouw. “Elementen moeten steeds groter, naadloos liefst, mogen niet teveel wegen, moeten slagvast zijn en als het even kan duurzaam, kleurechtheid en makkelijk te onderhouden. Glasvezelversterkt polyester biedt daarop het antwoord. In de gevel kan glasvezelversterkt polyester ingezet worden daar waar hele grote, naadloze gevelelementen gevraagd worden. De productiemethode maakt gebruik van glasmatten en hars. In principe ben je niet gebonden aan de afmetingen van de grondstof. Bovendien is het mogelijk om organisch gevormde en dubbelgekromde elementen te maken. Vormen die je metaal heel moeilijk kunt maken, kunnen in glasvezelversterkt polyester wel gerealiseerd worden. Het is enigszins vergelijkbaar met beton, dat ook vloeibaar is en de vorm aanneemt van de mal, maar met dat verschil dat polyester heel licht is. In sandwichopbouw is het zelfs nog lichter en daardoor heel geschikt voor renovatiedoeleinden. Je kunt relatief eenvoudig een nieuwe polyester gevel aan een bestaand casco bevestigen. Daarbij is het zelfs mogelijk een buitenruimte te creëren, die je ook kunt uitwerken in glasvezelversterkt materiaal, al dan niet gecombineerd met staalstructuren. Het product is an sich heel duurzaam en vrij gemakkelijk te recyclen. Ook zijn er recente ontwikkelingen waarbij een deel van het hars wordt vervangen door een biopolymeer, suikers of moleculen die op suikers lijken, en het glas wordt vervangen door vlasvezel of biovezel. Op die manier wordt net als bij anodiseren tegemoet gekomen aan truth to materials, waarbij bijvoorbeeld het vlas aan het oppervlak wordt getoond. Kortom, de ontwikkelingen staan niet stil.”

De bouw mag dan nog grotendeels traditioneel denken, de dame en heren aan tafel bewijzen dat er wel degelijk alternatieven zijn in de vorm van prachtige innovatieve gevelconcepten. Nu is het zaak dat architecten het massaal oppakken en vast blijven houden aan hun ontwerp.

Be the first to comment

Leave a Reply